“Taliban-leiders nemen contact op met mij”

Opstandelingenleiders van de Taliban nemen steeds vaker contact op met de Afghaanse president Hamid Karzai. Ze willen weten of ze terug kunnen keren naar Afghanistan. Dit beweerde Karzai donderdag tijdens een gesrek met verslaggevers in Kabul.

De president zei dat voormannen van de Taliban “vooral in de afgelopen acht maanden steeds vaker contact hebben opgenomen vanuit hun bases in Pakistan”, aldus het persbureau Associated Press.

“Alleen al deze week ben ik vijf of zes keer benaderd door leiders binnen de Taliban die wilden weten hoe ze konden terugkeren naar Afghanistan,” aldus Karzai.

Karzai heeft verschillende keren aangegeven dat hij bereid is te praten met de Taliban. Als voorwaarde stelt hij wel dat zijn contacten niets te maken hebben met al-Qaeda of andere terroristische netwerken.

Afghaanse en westerse militaire leiders en diplomaten hebben erkend dat gesprekken uiteindelijk een eind moeten maken aan de opstand, aldus het persagentschap Reuters.

De Taliban zijn volgens NATO-commandanten verre van een hechte groepering. Ondanks dat er enkele leiders gesprekken willen aanknopen, spreken zij niet voor de hele groep van hardliners binnen het Taliban-islamisme, dat een unieke vorm is van deze stroming.

Onlangs heeft een verslaggever vanuit het grensgebied met Pakistan gemeld dat daar tientallen Taliban-groepen actief zijn.

Veel daarvan bestaan uit ongeveer 20 militanten. Deze strijdgroepen voeren aanvallen uit op Afghaanse en buitenlandse doelen in Afghanistan, maar hebben het ook aan de stok met de Pakistaanse autoriteiten.

Een woordvoerder van een van deze groepen zei dat hij verwacht “dat er een emiraat uitgeroepen gaat worden vanuit Irak”, en dat het niet zo van belang was dat Mullah Omar de leider van de Taliban is.

Recentelijk heeft Karzai gezegd dat hij graag met Taliban-emir Mullah Omar wil praten en met opstandelingenleider Gulbuddin Hekmatyar van de Hezb-e-Islami. Zij worden beschouwd als de belangrijkste leiders van de opstand.